U bent op zoek naar een goochelaar? Bel 0318-727828 of 06-20285267, of mail naar info@goochelaars-nederland.nl.
Home | Goochelen | Uit de oude goocheldoos | Tejater
Tejater
Het wordt "tejater" genoemd, want het vrijetijds-centrum is gesticht in de jaren zestig. Toneelverenigingen voeren er ernstige stukken op en tussen de aankondigingen daarvan verscheen een paar jaar terug de titel: Zeven ouwe goochelaars. De eerste van hen, Herman, gaat aan de piano zitten en speelt bij wijze van ouverture Ol' man river. Dan doen Dré en Lou een berijmde voordracht van vijf minuten waarin ze elkaar goochelles geven. Lou vertoont met de opgestelde attributen een zwijgend nummer van tien minuten, begeleid door Herman. Ries komt op van links en doet onder de neus van de toeschouwers een touwkniproutine. Kees verschijnt van rechts met een tafeltje en zijn koffertje en doet een cabaretprogramma van een kwartier. Als hij klaar is staat Jan op, die tussen het publiek heeft gezeten. "Meneer Schoonevelt, " zegt hij, "ik ken ook een kunstje." Hij vraagt om twee borrelglazen en een hoed en vertoont de glaasjes-door-de-jas op een vloerkleedje dat Lou en Dré eerst netjes voor hem hebben uitgerold. Kees heet hem welkom in de club. Herman start een band met oosterse muziek en Rama wandelt op in zijn Indiase kostuum met een mand attributen aan zijn arm. Als hij met een forse produktie zijn act heeft besloten, meldt Lou het publiek dat het pauze is. In die tijd zet Ries zijn spullen klaar voor een compleet nummer, dat hij afwerkt zodra het publiek weer zit. Er wordt een spotje gericht op een tafeltje naast de piano; daarop doet Rama een routine met gekleurde chips, begeleid door Herman. In die tijd rijden de anderen een paar illusies de donkere toneelvloer op. Deze worden door Dré vertoond als Rama klaar is. Het nieuwe lid wordt aangekondigd en Jan doet zijn nummer met zijden doeken. Herman start een bandje waarop Kees wordt geïntroduceerd met de weggeefshow Een van de Acht. Een toeschouwer "kiest" een vuilniszak en de overblijvende cadeau's zijn voor de executanten. Einde. Ik heb dit niet opgeschreven om de bejaarde heren weer te huldigen, want ik was zelf één van hen. Maar het bleek een simpel recept om met een clubje van zes tot tien goochelaars een verrassende show in elkaar te zetten. Iedereen doet, behalve zijn nummer van tien à twaalf minuten, nog iets extra's: een loterijtje, de paperballs-over-head, iets met een schijnverklaring, het bekerspel, noem maar op. De toeschouwers weten niet wat zo'n goochelaar komt doen en hoe lang hij zal blijven. Dat houdt de verrassing er in en je ontsnapt aan de clichématige afwisseling conférencier-goochelaar, waar het ouderwetse lijsttoneel toe dwingt. Echt tejater dus.Kees Schoonenberg
Dit artikel is gepubliceerd op zaterdag 25 februari 2017 om 00.30 uur en komt uit de Informagie (jaargang 1, nummer 4, maart/april 1990), het Nederlandse vakblad voor de goochelkunst. Het artikel is met toestemming van de eindredacteur geplaatst op deze website.