U bent op zoek naar een goochelaar? Bel 0318-727828 of 06-20285267, of mail naar info@goochelaars-nederland.nl.
Home | Goochelen | Uit de oude goocheldoos | Salongoochelaar; 300 jaar geleden
Salongoochelaar; 300 jaar geleden
Toen de plaatsnijder Jan Luyken (1649-1712) zesentwintig was, werd hij vroom. Hij gaf boeken met etsjes uit, die hij aanvulde met moraliserende versjes, maar het werden niet echt best-sellers. Pas toen hij samen met zijn zoon Casper Luyken (1672-1708) honderd verschillende ambachtsmensen had getekend en geëtst, werd hij beroemd. Het boekje "Het Menselijk Bedrijf" verscheen in 1694 en het werd meteen door een concurrent gecopieerd. Die verving de vrome gedichtjes van Luyken door meer profane en noemde het boekje "Menschelijke Besigheden". De Luykens op hun beurt brachten het boekje onder bij een uitgever die over "privilege" beschikte, wat inhield dat het niet meer kon worden gepikt en er verschenen onder de titel "Spiegel van 'r menschelijk bedrijf" herdrukken tot ver in de achttiende eeuw. Je vindt zelden complete boekjes, want handelaren scheuren ze uit elkaar vrees ik, omdat ze meer opbrengen als je de bladzijden per stuk verkoopt. Een kleermaker koopt het prentje van de kleermaaker, een opticien de brillemaaker, een arts de docter. Logisch. Helaas was er geen goochelaar bij, maar toen de Amsterdamse boek- en prentenhandelaar H.D Pfann een jaar of dertig geleden een piepklein boekje uitbracht over de "206 ambachten" van de Luykens, zag ik dat die wel bestond. Vader en zoon hebben begin achttiende eeuw een tijd gewerkt voor een uitgever in Neurenberg, die in 1699 een boek liet verschijnen dat "Etwas für alle" heette. De prentjes van ambachtslieden werden in dit boekje begeleid door populaire stukjes van de Augustijner pater Abraham a S. Clara. Er verschenen meer delen van en er werden meer illustraties gemaakt, waaronder onze goochelaar. In 1719 verscheen een Nederlandse vertaling, die "Iets voor allen" heette en ook dat boek is nog een aantal malen herdrukt.Zeldzaam
Niettemin was dat prentje van die goochelaar zeldzaam. Altijd als ik op een antiquarenbeurs was, keek ik even de diverse mappen met "beroepen" door, maar steeds tevergeefs. Tot ik een jaar of vijf geleden op de jaarlijkse antiquarenbeurs in de RAl bij een Duitse handelaar de gezochte bladzij vond en nog wel uit de Nederlandse vertaling. Het was bij de Z van "Zauberer." Het prentje is om verschillende redenen interessant, vind ik. Ten eerste waren de Luykens bekend om hun nauwkeurigheid. Ze verzonnen niks, maar maakten zorgvuldige tekeningetjes van wat ze zagen en naar die pentekeningen maakten ze weer hun etsjes. Die goochelaar zag er dus echt zo chic uit in het begin van de achttiende eeuw - niet te onderscheiden van zijn toeschouwers. Dat verhaal uit onze goochelgeschiedenisboeken, dat Robert Houdin de eerste zou zijn geweest die in correcte avondkleding optrad, is dus niet meer dan een verhaal, misschien alleen van toepassing op de eerste helft van de negentiende eeuw. Verder valt natuurlijk de productie van die duif op. Ik zie geen apparatuur, maar de kans lijkt me groot dat hij het beest van achter de tafel heeft gehaald. Dat lang afhangende kleed is suggestief.Op de tafel staat natuurlijk een bekerspel en er liggen drie kleine balletjes. Verder vrij veel speelkaarten en munten. Het kleine ronde doosje rechts vooraan zou wel eens een zevenvoudige doos kunnen zijn. Zeven in elkaar passende doosjes, gedraaid van palmhout, zoals het gelige hout van de buksboom wordt genoemd. Er werd in de zeventiende en achttiende eeuw veel zogeheten "kunstdraaiwerk" van gemaakt. Bij de zeven doosjes horen zeven dekseltjes, die in een klap op de doosjes worden gezet nadat een gemerkte munt in het middelste, kleinste doosje is gedropt. Daarna moeten de doosjes uiteraard een voor een worden open gemaakt om de munt uiteindelijk terug te vinden. Ik ken een exemplaar uit de achttiende eeuw.
Links vooraan op de tafel staat een ding dat er uitziet als een bokaaltje met een deksel. Ik weet niet waar het voor diende en ik durf er ook niet naar te raden. Misschien vind ik het nog wel eens in een antiek boek; ik heb er nog niet echt serieus naar gezocht. In het boek "Iets voor allen" komen ook prentjes van andere artiesten voor: koorddansers, vuur- en waterspuwers, acrobaten. Op een plaatje met verschillende artiesten, is een "tassenspeler" te zien, en een straatgoochelaar met de "gogeltas" voor zijn buik. Hij is duidelijk minder chic dan de salongoochelaar met de duif. Waaruit blijkt dat er in het begin van de achttiende eeuw al "klassen" bestonden. In ieder geval rangen en standen.
Kees Schoonenberg
Dit artikel is gepubliceerd op woensdag 19 maart 2014 om 11.35 uur en komt uit de Informagie (jaargang 7, nummer 5, mei/juni 1996), het Nederlandse vakblad voor de goochelkunst. Het artikel is met toestemming van de eindredacteur geplaatst op deze website.