U bent op zoek naar een goochelaar? Bel 0318-727828 of 06-20285267, of mail naar info@goochelaars-nederland.nl.
Home | Goochelen | Uit de oude goocheldoos | Post (6/3)
Post (6/3)
Ondergetekende is geen N.M.U.-lid, geen professioneel goochelaar, zelfs (nog) nooit lid geweest van een goochelclub. Mijn grootste verdienste op dit terrein is waarschijnlijk het schudden van de handen van de heren Kaps, Vermeyden, Ross, Copper en vele anderen in de magische wereld. In de 6e jaargang, nr. 1, waren twee totaal tegengestelde bijdragen omtrent Hans Kazàn te lezen. Dick Harris is boos, beschuldigt hem, van 'broodroof' en zou hem zelfs graag voor de rechter zien. Jan Paymans prijst hem de hemel in en feliciteert hem zelfs met een 'mijlpaal voor de Nederlandse goochelkunst'.Al zo'n 30 jaar kijk ik bewust naar goochelaars en af en toe laait ook de behoefte op deze kunst actief te beoefenen. Mijn zintuigen zijn inmiddels dusdanig getraind, dat ik een shell op meters afstand hoor, een gepalmeerde kaart zie zitten en de werking van een groot aantal apparaten doorzie op het moment dat ik ze voor het eerst zie. Als ik iets slaapverwekkend vind, hoeft dat zeker niet te betekenen dat het ook 'slecht' is. Ik heb me dan ook aangeleerd zo veel mogelijk naar goochelaars op tv te kijken, in gezelschap. Hun oordeel zegt meer dan het mijne.
Hans Kazàn heeft als eerste Nederlander de kans gekregen maar liefst acht shows op tv te brengen. Je mag dus verwachten dat hij die gelegenheid aangrijpt om te schitteren. De ingrediënten die hem daartoe ter beschikking gesteld werden, gaven ook uitgebreid de gelegenheid: goede live muziek, een sfeervolle ruimte, prima decor, goed camerawerk, redelijke belichting. Daarbij vindt Jan Paymans dat de trucs onderhoudend waren, amusementswaarde hadden en voorzien waren van goede parlando's. Daarmee ben ik het oneens.
Niet gemeten aan mijn eigen, zeer subjectieve, zienswijze, maar aan de hand van de reacties van mijn lekenkennissen durf ik van harte te stellen: Hans heeft het verstierd en versjacherd! Zonder uitzondering werd er zeer verontwaardigd gereageerd op de onbehoorlijke wijze waarop Hans (buiksprekend, nasynchroniserend?) zijn publiek woorden in de mond legde. Op de presentatie werd regelmatig gereageerd met kreten als "Dit is geen goochelen, hij neemt ze gewoon in de maling." Woest werd het publiek bijvoorbeeld na het inkorten van een stropdas en het inpikken van een paar tientjes van het publiek. Ook de uitvoering van de trucs op zich was verre van 'af'. Regelmatig zat 'mijn publiek' op te merken: "Hij pakt een andere voetbalschoen", "Hij draait de portefeuille om" en "Hij draait twee kaarten tegelijk om." En dat zijn dan echt mensen die niets weten van palmeren, forceren, double lift, shells en meer van dat moois. Bovendien een groot deel van mijn publiek niet weg te slaan bij Prijzenslag.
Dick Harris maakt zich niet kwaad over de shows, maar over Hans' onbedwingbare neiging om trucs te verklaren. Ach, wat is het verschil? De wijze waarop Hans met veel te veel misbaar met Jumbokaarten mijn favoriete truc met een aas en twee andere indexkaarten vertoonde, ging mij ook door merg en been.
Maar ik vind juist niet dat we ons daar kwaad om moeten maken. De drie touwen komen heus in de meeste goocheldozen voor, hoor Dick. Als je het niet gelooft, kom maar eens langs. Ik heb een aardige collectie. Getructe kaarten voor index bedekken/draaien zaten bijvoorbeeld al in de Jumbo-doos van begin jaren '60.
In eigen land heeft ooit o.a. Adrie van Oorschot al voor tv (of was het voor radio?) heel wat trucs verklaard, trucs waarmee menig goochelaar nog altijd kan schitteren. Langer geleden zaten er wereldwijd bij de Sunlight-zeep plaatjes verpakt, die zelfs zigzag-illusie, zwevende dame en doorgezaagd weesmeisje aanschouwelijk uitbeeldden. Als ik het goed heb, was o.a. Harry Houdini verantwoordelijk hiervoor... om vervolgens zelf dezelfde illusies uit te voeren met een nieuwe dimensie. Deze illusies worden tegenwoordig nog steeds op de planken gezet, op de pre-Houdini-wijze, op de Houdini-wijze en uiteraard op verder verbeterde wijze. Ik geloof niet dat er dan ook maar één illusionist hier ooit brodeloos van is geworden.
Verder dan het verklaren van een 'onbenullig trucje' gaat inderdaad het uitleggen van termen als sleeving of lapping. Die ben ik nooit in goocheldozen tegengekomen, sterker nog, de termen ben ik op zich nooit waar dan ook tegengekomen (ik begrijp ze ook zonder uitleg). Maar ja, dat is mijn makke, ik heb goochelen geleerd vrijwel zonder literatuur, zonder contact met andere goochelaars, zonder de weg naar goochelclubs, winkels, studio's te kennen. Ik palmeerde al 20 jaar voor ik de term hoorde, een 'parlando' noem ik nog altijd een babbeltje.
Het weggeven van de clou van een Agatha Christie gaat wel erg ver. Als je in de huiselijke kring roept "de butler heeft het gedaan", kun je al rekenen op boze gezichten. Een televisiepersoonlijkheid die zoiets waagt in een veelgelezen programmablad, ja, die gaat echt te ver. Volgens mij moeten ook de doorsneelezers van de Televizier dit zo hebben ervaren. Hans verspeelt op deze wijze naar mijn idee veel goodwill.
Maar of wij daar zo kwaad van moeten worden, of wij bang moeten zijn voor 'broodroof? Nee, dat geloof ik niet. Voor goochelaars die zich bedienen van sleeving en lapping is er kennelijk wel alle aanleiding om eens goed na te gaan of deze technieken dusdanig perfect worden toegepast dat het gewaarschuwde publiek het niet merkt. Wie daar niet toe in staat is, heeft kennelijk nooit de benodigde perfectie in huis gehad. Dan is het sowieso raadzaam een andere wijze van uitvoeren, of zelfs een heel ander nummer te bedenken. Zo kan loslippigheid juist heel inspirerend werken.
Maggy Rond
Scheveningen
Dit artikel is gepubliceerd op maandag 22 september 2014 om 05.00 uur en komt uit de Informagie (jaargang 6, nummer 3, januari/februari 1995), het Nederlandse vakblad voor de goochelkunst. Het artikel is met toestemming van de eindredacteur geplaatst op deze website.