U bent op zoek naar een goochelaar? Bel 0318-727828 of 06-20285267, of mail naar info@goochelaars-nederland.nl.
Home | Goochelen | Uit de oude goocheldoos | Hans Kazàn, de man die alles kan
Hans Kazàn, de man die alles kan
In zijn serie interviews met goochelpersoonlijkheden had Jan Paymans dit keer een openhartig gesprek met Hans Kazàn.De persoon Hans Kazàn heeft me altijd geïntrigeerd. Hij is iemand die van doorzetten weet. Bovendien iemand die vriendelijk blijft voor iedereen, ondanks breed opgezette lastercampagnes van meestal jaloerse collega's uit de goochelkringen. Kazàn is door zijn tv-optreden bij het brede publiek één van de bekendste goochelaars uit Nederland en daardoor ook een van de grootste promotors van onze kunst. Ik zocht hem op in de studio's van 'Prijzenslag' voor een openhartig interview.
Verzinsel
"Mijn grootste doorbraak begon eigenlijk met het TROS-programma 'Ren je Rot'. Alleen goochelen is namelijk niet genoeg. Je moet er nog wat bij doen om echt een 'ster' te worden. Door het presenteren ben je dat ineens. 'Ren je Rot', 'Prijzenslag', 'De Blufshow', etcetera, daardoor raak je bekend en daardoor gaat het goochelen ook veel beter lopen. Als ik alleen was blijven goochelen, was ik nooit zover gekomen. Kijk naar Paul Daniels, hij heeft precies dezelfde strategie. Presenteert quizprogramma's en goochelprogramma's. Dat vult elkaar aan. Toen ik destijds met 'Ren je Rot' begon, hoorde ik tot mijn stomme verbazing tijdens een bezoek aan Jos Monnikendam dat in de goochelwereld gedacht werd dat ik me via relaties met geld bij de omroep had ingekocht. Ongelooflijk! Jan, moet je je voorstellen: we woonden op een huurflatje. Feitelijk was er niet eens een inrichting. Mijn vrouw zat soms dagenlang bij de telefoon te wachten voor een optreden! Ingekocht met geld! Hoe verzinnen ze het..."Brieven
"Enfin, ik dacht ik moet me er maar niet druk over maken. Bij 'Ren je Rot' vertoonde ik vaak trucs, maar er werd niets uitgelegd. Dit leidde ertoe dat er bij de omroep veel brieven binnen kwamen van kinderen die wilden leren goochelen. Wat opviel in die brieven was vooral dat die kinderen vonden dat de trucbeschrijvingen in de bekende goocheldozen onbegrijpelijk waren. We hebben toen het plan opgevat een tv-goochelcursus te starten, met eenvoudige trucs die je in de meeste goocheldozen en in elementaire boekjes terug kunt vinden. Uitgangspunt van de cursus was hoe maak je iets en vooral hoe presenteer je iets."Opschudding
"Het grote publiek wil vermaakt worden. Daar betalen ze voor. Ze zijn uit. Ze zijn echt niet geïnteresseerd of de goochelaar nu de kaarten palmeert met de duim omhóóg of omláág; of in technisch ongelooflijk moeilijke kaartenroutines. Heus, dat hoeft voor hen niet. Dat heeft geen entertainmentwaarde. Fred Kaps zei me eens: 'Nederland telt veel mensen die trucjes vertonen. Ze noemen zich goochelaar, maar ze vertonen trucjes. Dat kan iedereen. Goochelen is echter veel meer. Het heeft een extra waarde: entertainment, personality, uitstraling'. Dat probeerden we in die cursus uit te dragen. Maar die cursus heeft in de goochelwereld voor ontzettend veel opschudding gezorgd. Zeer exclusieve trucs zouden onthuld zijn. Nog steeds is de roddel levend dat ik de sponsballen en het ringspel uitgelegd heb. Belachelijk natuurlijk. De banden zijn er nog, je kunt het zo nakijken. Tòch blijven die onterechte beschuldigingen komen."Touwentruc
"Neem nou bijvoorbeeld de drie-touwentruc, waarbij drie touwen even lang worden. Dat effect wordt in iedere goocheldoos en in ieder boekje uitgelegd. Maar de mensen vergeten dat toch weer, want ze zijn niet wezenlijk geïnteresseerd. Bovendien, als je die truc iets anders presenteert, denkt iedereen dat het een andere truc is. Die touwtruc vertoon ik nog steeds in al mijn programma's, ook de theaterprogramma's, en nog steeds krijg ik reacties van: "Goh, daar snap ik nou niks van.""Maar om op die cursus terug te komen: er zat ook een positieve kant aan. De goochelkunst werd er enorm door gepromoot. Zeer veel kinderen kregen interesse in de kunst. Ze zochten contact met mij en ik verwees ze naar de NMU. Eén van de goochelaars die me op jonge leeftijd een brief schreef was Ronald Moray. Hem heb ik naar Vermeyden verwezen en je kent het resultaat: Ronald is nu een van de meest gevraagde beroepsgoochelaars in Nederland. En dat is toch een goed gevoel! Over Ronald wordt in het land altijd positief gesproken; overal waar ik kom. Hij levert goed werk af. Je weet, in 1973 won ik tijdens het internationale FISM-congres te Parijs de eerste prijs mentale magie. In de jaren '80 werd ik gebeld door Ronald Moray met de vraag of hij dat nummer nog eens mocht vertonen op de FISM. Nou, daar had ik geen bezwaar tegen. Het ringenspel, de zombie, de biljartballen, etcetera, worden ook keer op keer op de FISM vertoond. Bovendien: die kist stond bij Vermeyden op zolder. Ik heb wel tegen Ronald gezegd: "Als je het doet, bedenk dan een eigen presentatie en vertoon ook andere effecten". Nou, voor zo ver ik weet, heeft hij dat gedaan. Wat ik nu werkelijk misselijk en niet collegiaal vind, is de brief die nota bene Nederlandse goochelaars geschreven hebben naar de FISM-jury om Ronald Moray te diskwalificeren, omdat hij mijn nummer gekopieerd zou hebben. Dát is een mentaliteit die mij zeer verre is. Kijk, dat zou nou een èchte reden voor commotie en zelfonderzoek zijn. Maar nee, juist dat soort zaken verdwijnen in de doofpot!" Er wordt op de deur geklopt. Een regieassistente vraagt of Hans naar de make-up kan komen. Want Hans moet aantreden voor alweer een nieuwe aflevering van 'Prijzenslag': een professional gaat aan het werk.
Jan Paymans
Dit artikel is gepubliceerd op zaterdag 8 oktober 2016 om 09.47 uur en komt uit de Informagie (jaargang 2, nummer 4, februari/maart 1991), het Nederlandse vakblad voor de goochelkunst. Het artikel is met toestemming van de eindredacteur geplaatst op deze website.