U bent op zoek naar een goochelaar? Bel 0318-727828 of 06-20285267, of mail naar info@goochelaars-nederland.nl.
Home | Goochelen | Uit de oude goocheldoos | FISM-congres in Japan (2)
FISM-congres in Japan (2)
Richard Ross was niet alleen eregast op het congres in Yokohama, maar tevens jurylid. Een kijkje achter de schermen van het FISM, samen met de man die er al twee maal prijswinnend vóór heeft gestaan. Peter Quatfass sprak na te zijn teruggekeerd met hem.Op de opening van het congres werd je voorgesteld als een van de eregasten van de organisatie, maar de volgende dag zat je tot je eigen verrassing in de jury. Hoe is dat zo gekomen?
Ik was uitgenodigd door de organisatie en vond dat natuurlijk wel leuk, maar ik zag er ook een beetje tegenop om alleen daarvoor naar Japan te gaan. Kijk, ik ben natuurlijk al meerdere malen in Japan geweest, en weet dus wel dat je daar niet na afloop van de avond even de kroeg in kan gaan om wat te kletsen en te drinken zoals wij dat hier op de FISM-congressen kennen. Nu was eigenlijk Eric Eswin voor de jury uitgenodigd, maar die was er met zijn gezin, en wilde met hen ook gewoon een lekkere vakantie vieren. Jean Garange, die al jaren in de jury zit, kwam naar mij toe en vroeg of ik het niet wilde doen, en al gauw waren ook de andere juryleden enthousiast, zodat ik er eigenlijk niet onderuit kon. Bovendien vond ik het wel juist om iets voor de organisatie terug te doen.
Echt een goede voorbereiding was er dus niet voor jou bij?
Het was voor mij niet de eerste keer dat ik als jurylid naar een aantal acts moest kijken. Ook wanneer ik mensen coach, kijk ik naar aspecten als originaliteit, performance, techniek. Wat ik bij de jurering op het FISM wel miste, was wat meer afstemming vooraf, en meer overleg. Het nu gehanteerde systeem is erg individualiserend, en niet iedereen gaat daar op dezelfde manier mee om.
Het systeem werkt zo: tien juryleden geven ieder maximaal 100 punten aan een act. Richtlijn is dat een derde prijs tussen 70-75 punten waard moet zijn, een eerste prijs 80-85 punten en dat als een act een grand prix waard is, dit dan meer dan 85 punten moeten zijn, want een grand prix wordt uitgereikt bij een score van 850 punten door de tien juryleden samen.
In eerste instantie bepaal ik dus het niveau van de act: is deze een prijs waard of niet. Daarna ga ik de punten die bij mijn oordeel horen toekennen over alle aspecten waarop je iemand beoordelen kunt, zoals zijn techniek. Dat heb ik heel zorgvuldig gedaan.
Sommige juryleden hebben dat heel anders aangepakt. Die zijn begonnen bij de beoordelingsaspecten, en zo tot een totaalscore gekomen. De een heeft het met die puntenverdeling niet zo nauw genomen, de ander heeft daar juist veel werk van gemaakt.
Er is veel gepraat over de uitslag, en tijdens het gala van de winnaars heeft het publiek zich eigenlijk tegen de einduitslag uitgesproken. Greg Frewin kreeg met zijn duivennummer een staande ovatie, terwijl het applaus bij grand prix winnaar Franklin al weer snel doofde. Was jouw persoonlijke voorkeur heel anders?
Over mijn persoonlijke voorkeur wil ik mij nu niet uitlaten; die is nu niet meer relevant. Maar voor mij was er niemand die een grand prix waard was. Eigenlijk was iedereen het in de jury daarover eens. Maar de punten lagen aan het eind van het concours nu eenmaal vast. Daar kun je niets meer aan veranderen. Omdat de juryleden onderling de wijze van jureren niet op elkaar hadden afgestemd, kreeg je soms rare verschillen. De een beoordeelt een goede act aan het begin van het concours wat voorzichtiger dan de ander. En op een concours van middelmatig niveau krijgt een uitschieter van een ander misschien net een paar puntjes meer dan je achteraf had willen geven.
Kijk, als er nu een echte uitschieter is, dan heeft een jury het makkelijk. Maar zonder zo'n uitschieter moet je oppassen dat je zelf niet doorschiet, want je kunt het later niet corrigeren.
Maar uiteindelijk hebben jullie toch een grand prix toegekend.
Toen alle punten waren opgeteld was ik absoluut niet met de uitslag tevreden. Niemand van de jury was dat. De stemming was: dan maar géén grand prix. Maar de punten lagen nu zo, dat één man net over de grens voor de grand prix was.
Greg Frewin was daar dicht bij, maar had niet genoeg. Hij had de pech aan het begin van het congres te zitten, en heeft niet lekker kunnen werken. De sfeer van zijn optreden had onder de sfeer in de zaal te lijden. Het was vroeg in de ochtend van de eerste dag. Bovendien bouw je als jurylid toch aan het begin van het concours een kleine reserve in, anders kan het later nooit beter. Door het systeem van jureren hebben een paar anderen misschien een paar punten teveel gehad.
Bovendien speelde mee dat het congres zelf niet op alle punten glad was verlopen. Door een gebrekkige publiciteit in Japan zelf was ook de Japanse deelname beneden de verwachting. Voor de organisatoren was dit een blamage. Als er nu geen grand prix zou worden uitgeroepen, dan was dit verder gezichtsverlies. En laten we eerlijk zijn: Franklin had gewoon het puntenaantal. Maar bij zo'n jonge jongen moet je toch verder denken. Is hij er klaar voor? Wil hij verder in het vak?
Maar tegen Greg Frewin had ik kunnen tegenwerpen dat de originaliteit vooral kwam uit de wijze waarop hij de duiven produceerde. En Carl Cloutier heeft een reuze leuke act, maar als hij met zijn techniek regelmatig in herhaling treed, dan vind ik het technisch niet goed genoeg voor een grand prix.
Voor mij waren er genoeg hoogtepunten, maar dat waren voor anderen misschien weer dieptepunten. Als jury hebben we het verschrikkelijk leuk gehad.
En we hebben onze sfeer ook op de zaal kunnen overbrengen. Positief, door na de pauzes bij de intromuziek het publiek aan te zetten tot klappen. En soms ook negatief, maar wel leuk, als bij de zoveelste slecht verlichte act tegen een zwart achterdoek weer eens niets te zien was, en wij vanuit de zaal met onze leeslampjes het toneel bij belichtten.
Nu even iets heel anders. Er waren geen Nederlandse deelnemers in het concours. De Duitsers waren met een heel team gekomen, waarvan ook een deel gesponsord werd. Zij hadden zes prijswinnaars. De Argentijnen kwamen met acht man waarvan er drie een prijs wonnen. Ik sprak met enkele van hen, en zij wezen erop dat ze gecoacht waren door onder andere Fantasio. Moet er in Nederland ook meer worden gedaan aan begeleiding van het aanwezige talent, en coaching naar bijvoorbeeld het congres van Dresden over drie jaar toe?
Of de Argentijnen nu erg zijn gecoacht, dat weet ik niet. Fantasio zelf deed eigenlijk ook maar voor de grap mee, met een geïmproviseerd optreden. Jammer dat de fouten uit het Japanse programmablad in de Informagie zijn herhaald, zodat maar weinig mensen hebben ontdekt dat Fantasia zich voor zijn komische nummer voor de grap als Fun Tasio had ingeschreven. Nog groter de grap, dat hij nog een tweede prijs won ook. Maar of hij nu echt die jongens gecoacht heeft, dat betwijfel ik. Wel heeft hij hen op het hart gedrukt, hun Engels op te poetsen voor het congres. Belangrijk voor de Argentijnen was de invloed van Juan Mayoral en vooral Tamariz.
Coaching of niet, het moet toch altijd uit jezelf komen. Bovendien is goochelen een hoogst individuele bezigheid. Tot hoever kun je daar als coach je energie instoppen? Wat we wel nodig hebben in Nederland zijn stimulators. En waterdragers, die de kar trekken. Iedereen is hier erg gelaten, en er is geen goed klimaat voor creativiteit: die wordt de grond in geboord, of de ideeën worden gelijk gepikt. Bovendien is de jonge generatie niet ambitieus genoeg. Het is te gemakkelijk om een truc te kopen, en we worden te veel beïnvloed door buitenlandse produkties. Waar blijft dan de originaliteit? In dat opzicht heeft de huidige generatie het moeilijker dan ik het had. Nu kun je ieder optreden op video zien, en ook nog eens bestuderen. Twintig jaar geleden moest je echt geluk hebben als er eens een act op tv was, en je hem ook nog gezien had.
Momenteel zijn de grote illusies populair. En kijk eens hoe zo'n internationale act dan wordt gebracht, en wat een geld dat kost. Dat kunnen wij dus niet. Dus zullen de Nederlandse deelnemers het van hun creativiteit moeten hebben. Als die er is, dan is coaching meegenomen.
Peter Quatfass
Dit artikel is gepubliceerd op vrijdag 20 juni 2014 om 09.15 uur en komt uit de Informagie (jaargang 6, nummer 2, november/december 1994), het Nederlandse vakblad voor de goochelkunst. Het artikel is met toestemming van de eindredacteur geplaatst op deze website.