U bent op zoek naar een goochelaar? Bel 0318-727828 of 06-20285267, of mail naar info@goochelaars-nederland.nl.
Home | Goochelen | Uit de oude goocheldoos | De laatste loodjes
De laatste loodjes
In de beide laatste nummers van Informagie heb ik, vooral ten behoeve van concoursdeelnemers, geprobeerd een aantal basisprincipes van de showbusiness nog eens op een rijtje te zetten. Het ging in die artikelen over de opbouw van een nummer, over tempo en timing, over licht en dekor, over muziek en applaus. Vanzelfsprekend zijn adviezen per definitie altijd vrijblijvend. Zoals Danny Kaye tijdens een discussie eens tegen mij zei: 'Ik luister naar ieders mening, maar ik beslis altijd zelf'.Op dit moment is de count-down voor Zwolle in volle gang. Uw nummer stáát, over elk detail is goed nagedacht, er is grondig gerepeteerd. Wat zou ik nu, een paar dagen voor het feest, nog kunnen doen om de concoursdeelnemers een hart onder de riem te steken? Wellicht heeft het zin een ogenblik stil te staan bij een aspect dat je zelden of nooit in de vakliteratuur tegenkomt: de mentale voorbereiding op zo'n optreden. Elke artiest, elke topsporter, elke politicus heeft meer of minder last van zenuwen wanneer er iets belangrijks op de agenda staat. Zoiets is normaal. Het zou onnatuurlijk zijn op zulke momenten totaal gevoelloos te blijven. Het is echter wel zaak die emoties zo veel mogelijk onder controle te houden. Gezonde spanning mag niet ontaarden in paniekerige plankenkoorts. Driemaal heb ik van zeer nabij een Grand Prix zien winnen (tweemaal Kaps, een maal onze voorzitter) en drie keer heb ik bewondering gehad voor de manier waarop ze hun zenuwen wisten te bedwingen. Hoe deden ze dat? Voornamelijk door beslagen ten ijs te komen. Plankenkoorts ontstaat maar al te vaak door onzekerheid. Wie van zichzelf weet dat hij er alles aan gedaan heeft een goed figuur te slaan, kan daaraan een innerlijke zekerheid ontlenen, die de spanning niet wegneemt, maar een panische nervositeit wel.
Wat kun je nu doen om die zekerheid, dat zelfvertrouwen te versterken? Een paar concrete raadslagen uit de praktijk. Maakt u eens een check-list van al uw rekwisieten en vraag u dan bij elk voorwerp af, of u daar in geval van nood een reserve-exemplaar van hebt. Ik doel nu niet zozeer op een paar extra kaartspelen of een paar munten meer dan er in het nummer gebruikt worden - nee, ik denk aan een paar gevaarlijke instinkers. Batterijen bijvoorbeeld hebben de gewoonte op de meest onverwachte momenten leeg te zijn. Neem geen risico, wat dat betreft. Moet er tijdens uw optreden iets opgeschreven worden, vertrouw dan niet op die ene balpen; ook die dingen raken eens uitgeschreven. Zelfs bij uw toneelkleding horen een paar 'rekwisieten', die op het laatste moment zoek kunnen raken of kapot kunnen gaan. Hoe vol een koffer ook is, er is altijd plaats voor een extra smokingstrikje, een extra paar manchetknopen, een extra paar schoenveters. Lacht u niet, zulke schijnbare kleinigheden zijn bevorderlijk voor de gemoedsrust. Van één rekwisiet moet u absoluut een reserve-exemplaar bij u hebben: van de cassette met uw begeleidingsmuziek!
Spreken we nu over het allerbelangrijkste rekwisiet, over uzelf. Zorg voor een optimale lichamelijke conditie. Wie goed uitgerust en behoorlijk gevoed het toneel betreedt, heeft een voorsprong op collega's die dagenlang lopen te verzuchten 'ik doe geen oog dicht' en 'ik krijg geen hap door mijn keel'. En - ik kom er niet omheen - één ding moet ik u met de meeste klem afraden. Ooit ben ikzelf eens zo doodnerveus geweest dat ik in mijn wanhoop kalmeringsmiddelen heb geslikt. Een belangrijke Eurovisie-uitzending hadden wij door tijdgebrek niet goed genoeg kunnen voorbereiden. Na het innemen van die valium-tabletten zat ik weliswaar doodkalm, maar ook volkomen versuft in de regiewagen, toen de (live)uitzending begon. Als de technici mij er destijds niet doorheen hadden gesleept, had mijn tv-loopbaan wellicht een voortijdig einde gevonden. Daarom nogmaals met nadruk: loop in een grote boog om de apotheek heen, want het middel is meestal erger dan de kwaal.
En tenslotte: denk tijdens het optreden niet te veel aan de jury. Juryleden zijn geen sadistische beulen, die met opgeheven hakbijl hun kans afwachten. Juryleden zijn collega's die maar al te goed weten hoe moeilijk onze kunst is. Ze zouden in Zwolle niets liever willen dan urenlang extra vergaderen, omdat er te veel gegadigden zijn voor een Grand Prix!
Wishful thinking? Allicht, maar wat is daar tegen?
Dick Harris
Dit artikel is gepubliceerd op woensdag 18 maart 2015 om 01.22 uur en komt uit de Informagie (jaargang 5, nummer 1, september/oktober 1993), het Nederlandse vakblad voor de goochelkunst. Het artikel is met toestemming van de eindredacteur geplaatst op deze website.