U bent op zoek naar een goochelaar? Bel 0318-727828 of 06-20285267, of mail naar info@goochelaars-nederland.nl.
Home | Goochelen | Uit de oude goocheldoos | Als een truc mislukt
Als een truc mislukt
Het is ons allemaal wel eens overkomen: een toeschouwer trekt een andere kaart dan we willen forceren; het geheime vak van een kist klemt ineens en gaat niet open; iemand grijpt plotseling de sleutelring en ontdekt het geheim van de truc. Wat doe je, als een truc dreigt te mislukken? De goochelaar dient in zo'n geval het hoofd koel te houden, razendsnel na te denken en over zoveel vakkennis te beschikken dat hij in staat is een ander slot aan de truc te breien om zo de situatie enigszins te redden. Improvisatie, handigheid en - nogmaals - koelbloedigheid heb je op zulke momenten dringend nodig.In de loop van de jaren heb ik artiesten wel eens voor hete vuren zien staan. Fred Kaps placht in zijn optreden na de pauze vaak zijn fameuze klaverjastruc te vertonen. Drie toeschouwers kregen op het toneel uit een geschud spel ieder acht kaarten, Fred nam de overige. Hij vroeg dan feilloos aan alle drie de juiste kaarten. Natuurlijk was het spel volledig op volgorde gelegd en werd het grondig vals geschud. Op een avond in Groningen had een nieuwsgierige ober achter het toneel met zijn vingers aan dat gereedliggende spel gezeten en de volgorde in de war gebracht. Fred merkte het pas toen de drie toeschouwers al op het toneel stonden. Hij begon onmiddellijk een soort talkshow met zijn drie gasten te improviseren, maakte het ene grapje na het andere en arrangeerde tegelijk opnieuw een spel kaarten! Bij een ander gelegenheid wilde Kaps op Paleis Soestdijk een bankbiljettruc doen. Hij verzocht het koninklijk gezelschap hem een bankbiljet te lenen, onverschillig van welke waarde. De noodzakelijk duplikaten van tientje, honderdje etcetera had hij over de zakken van zijn costuum verdeeld. Toen Prins Bernhard hem een Pools bankbiljet uit 1930 gaf, moet hij wel even beteuterd hebben gekeken. Fred heeft toen met dat biljet een geheel andere truc vertoond, maar die moet je dan wel in je achterhoofd hebben. Toen hij mij het verhaal later vertelde, zei hij: "Eigen schuld. Ik had moeten bedenken dat leden van de koninklijke familie nooit geld bij zich dragen. Waarom zouden ze ook?"
De wereldberoemde illusionist Chefalo werkte ooit eens in de City-bioscoop in Den Haag. Daar heb ik hem in een week veertien keer zien optreden. Op een middag haalde hij aan het slot van de klassieke paraplutruc de verkeerde paraplu uit het opgerolde matje. Hondsbrutaal als hij was, gaf hij zonder aarzelen de assisterende toeschouwer de schuld. "Als u mijn toverspreuk Achalai Machalai zo onduidelijk mompelt, werk het niet. Vooruit, nog een keer maar dan veel luider! " Hij stopte de verkeerde paraplu glashard terug in de koker en haalde even later de goede - met de doekjes aan de baleinen - te voorschijn. In diezelfde week heb ik hem tweemaal de uurwerkkaartenstijger zien vertonen zonder dat hij eraan gedacht had het ding op te winden. Beide malen drukte hij de getrokken kaarten met zijn duim omhoog, je moet maar durven!
Een andere grootheid uit die dagen, Freddy Fah, besloot zijn act steevast met een enorme doekproduktie uit een tamboerijn. In het ABC-theater in Parijs bleek ooit eens de hele inzet met tientallen opgevouwen doeken finaal te zijn verdwenen van zijn tafel. Freddy Fah greep toen door het papier van de tamboerijn heen zijn eigen pochette uit zijn borstzak, gooide het doekje in de lucht en "produceerde" datzelfde doekje talloze malen, telkens door die tamboerijn heen grijpend. "Iedereen vond het een kostelijke gag, niemand merkt dat ik een hartstilstand nabij geweest was", vertelde hij.
Eén vorm van mislukken (niet van een truc, maar van een heel optreden) behoort gelukkig tot het verleden: het omvallen van die wankele tafeltjes op drie dunne metalen pootjes. Op het FISM-congres in 1955 heb ik er nogal wat zien sneuvelen. Het loodzware voordoek van Krasnapolsky verplaatste zoveel lucht dat de ene na de andere tafel omkiepte. Tegenwoordig zijn de tafels een stuk stabieler. Op datzelfde congres heette mijn persoonlijke nachtmerrie Jacky Fox. Deze Vlaamse manipulator had al wekenlang in de Belgische pers verkondigd "dat hij dien Ollander wel eens een les zou geven" en dat hij de Grand Prix al zo goed als in zijn zak had. Jacky Fox was zo roekeloos een dropper met 20 zware munten met een veiligheidsspeld aan de dunne zijden voering van zijn smokingjasje te bevestigen. Dan vraag je natuurlijk om ellende. Na vijf minuten begaf de voering het en de dropper met inhoud plofte op het toneel met een klap die tot op de achterste rij te horen was. Het doek viel dicht, Jacky Fox stapte er voor, wees op mij en sprak: "Ik protesteer bij de jury. Ik heb niet kunnen werken, want de pianist heeft mijn muziek niet gespeeld!" Paniek in de zaal. Gelukkig kon ik bewijzen dat ik part noch deel had aan zijn afgang. Jacky Fox reisde woedend (en zonder Grand Prix) naar België terug.
Na al deze "happy memories" een serieuze waarschuwing aan toekomstige concoursdeelnemers. Vertrouw nooit voor 100% op afstandbediening. Het zijn mooie technische hulpmiddelen, maar - zoals we in Noordwijkerhout gezien hebben - ze kunnen wel eens een keer weigeren. Mijn advies: zorg altijd voor een tweede manier om het effect te bereiken. Bouw het apparaat zo dat je in geval van nood met de hand het mechaniek kunt starten.
Goochelaars kunnen nog zo zorgvuldig hun nummer voorbereiden, pech is nooit helemaal uit te sluiten. Loop dan niet huilend van het toneel, maar zorg dat er voor elke truc een "nooduitgang" aanwezig is.
Dick Harris
Dit artikel is gepubliceerd op maandag 23 november 2015 om 00.10 uur en komt uit de Informagie (jaargang 4, nummer 2, november/december 1992), het Nederlandse vakblad voor de goochelkunst. Het artikel is met toestemming van de eindredacteur geplaatst op deze website.