U bent op zoek naar een goochelaar? Bel 0318-727828 of 06-20285267, of mail naar info@goochelaars-nederland.nl.
Home | Goochelen | Uit de oude goocheldoos | 40 jaar Nederlandse Magische Unie - Even stilstaan bij hoe het begon
40 jaar Nederlandse Magische Unie - Even stilstaan bij hoe het begon
Het begin van een organisatie voor beroeps- en amateurgoochelaars in Nederland werd zichtbaar in 1941. Toen organiseerde de uitgever van het maandblad Triks, de heer Henk Vermeijden, een ééndags-congres in de Hollandse Schouwburg te Amsterdam, op 20 september. De goochelaars die zich in die tijd hadden georganiseerd waren lid van de IBM in Amerika of van de Magische Zirkel van Duitsland. Na de Tweede Wereldoorlog werd in 1945 een begin gemaakt met de oprichting van de 'Nederlandse Broederschap van Goochelaars'. De eerste bestuursleden waren Mr. Hadé (Henk Dekema) en Ton Cup.In 1946 werd de naam veranderd in Nederlandse Bond van Goochelaars. Er werden in diverse delen van ons land zgn. goochelringen opgericht, er kwam een eigen tijdschrift, De Illusionist, en men begon te denken aan het organiseren van congressen. Het eerste congres vond plaats in Utrecht in 1947 in het gebouw Tivoli op 7 en 8 juli. Er was ook een concours aan verbonden waar drie jonge goochelaars de prijzen wegsleepten: 1e prijs Hans Trixer uit Amsterdam, 2e prijs Mystica (later Fred Kaps) uit Utrecht en de 3e prijs Niberco uit Den Haag.
Wij lezen in de analen dat de NBG het moeilijk had om op de been te blijven. Door het individuele lidmaatschap was het moeilijk om de contributies binnen te krijgen. Het ledental was te klein om er een stevige nationale organisatie op te bouwen. Toch mogen we de werkers van het eerste uur dankbaar zijn dat zij ondanks tegenslagen door bleven gaan met het organiseren van congressen en het oprichten van nieuwe ringen. Wat toen moeilijk was, is ook nu nog een van de problemen die maken dat het altijd moeilijk zal blijven om een landelijke organisatie groter te doen groeien. Goochelen is immers geen teamsport, maar is zo individueel dat het nauwelijks een overkoepelende organisatie verdraagt.
De Nederlandse Bond van Goochelaars (NBG) heeft het uitgehouden tot 1951. Dezelfde mannen van het eerste uur kwamen tot de conclusie dat het beter zou zijn om een organisatie te vormen die zou bestaan uit autonome verenigingen en clubs en waarbij een individueel lidmaatschap niet mogelijk zou zijn.
Zo ging de NBG min of meer stilzwijgend over in de Nederlandse Magische Unie, welke later de organisatievorm van een wettelijke stichting zou krijgen. De verenigingen konden zich dus aansluiten bij de koepelorganisatie NMU. In een soort federatief verband werd een nieuwe start gemaakt om de goochelkunst in Nederland te coördineren. Als enig zichtbaar bewijs van het bestaan van de NBG is nog springlevend overgebleven de toenmalige afdeling in Noord-Holland, die de afkorting NBG heeft behouden, maar deze heeft omgezet in Noord-Hollandse Bond van Goochelaars.
Dat de keus indertijd goed is geweest, blijkt uit het feit dat we dit jaar het 40-jarig bestaan vieren van de NMU. Een groot aantal mensen van het eerste uur is nog steeds actief. De foto's van toen hebben we uit het archief opgediept. De goochelstok moet steeds weer worden doorgegeven. Daarom is het goed om af en toe stil te staan bij het verleden, maar tegelijkertijd met jeugdig élan verder te gaan.
En het is vooral een oproep aan onze jonge goochelaars om hun te vragen nog eens van gedachten te wisselen met de oude rotten in het vak - en vervolgens de draad op te pakken om de NMU een lang leven te gunnen.
The show must go on!
Piet A.I. Hart
N.B. De gegevens komen uit de plakboeken van wijlen de heer H. Dekema (Mr. Hadé).
Dit artikel is gepubliceerd op vrijdag 4 november 2016 om 08.37 uur en komt uit de Informagie (jaargang 2, nummer 5, april/mei 1991), het Nederlandse vakblad voor de goochelkunst. Het artikel is met toestemming van de eindredacteur geplaatst op deze website.